logo
|Emmaüs Exodus

Hoofdstuk 6 – De tien plagen in Egypte

 

De verhalen in de Thora zijn wel oud maar verre van gedateerd. Ze bevatten symbolische en spirituele lagen waardoor ze ook nu nog een blauwdruk kunnen zijn voor het leven en een handleiding voor de ontwikkeling van de mens.
Een sprekend voorbeeld daarvan is de actie die G’d onderneemt: Om de Farao te bewegen de Hebreeërs te laten vertrekken uit Egypte wordt het land geteisterd door tien plagen. In hun concrete vorm waren deze plagen destijds al ingrijpend. Joodse mystici verdiepen die betekenis nog meer door de spirituele lading van de plagen te beschrijven. Elke plaag staat symbool voor de negatieve vervorming van een in de kern positieve menselijke eigenschap. De vervorming wordt veroorzaakt door de gevolgen van opgelopen tekorten en trauma’s in de jeugd. Zo bezien wordt de bron van disfunctioneren gevormd door psychologische plagen.
In het psychologische Egypte maken deze psychologische plagen de dienst uit. Het Hebreeuwse woord voor ‘Egypte’ is ‘Mitzrayim’, wat kan worden vertaald met ‘remmingen’ of ‘beperkingen’. [1 - Cf. Torah Ohr 57c, 64d and 71c; Likkutei Torah, Behaalotecha 33a.] Deze zienswijze sluit naadloos aan op mijn visie op het psychologische Egypte. Maar, elk mens heeft de keuze om zijn psychologische plagen onder ogen te zien en krijgt mogelijkheden aangereikt om ze te ‘repareren’. Bewustwording en erkenning van, betekenisgeving aan en reflectie op zijn plagen ondersteunen hem bij het bestrijden ervan en bij zijn keuze voor de groei die hem zal maken tot de mens zoals G’d hem bedoeld heeft.

Sommige plagen teisterden zowel Egyptenaren als Israëlieten, andere alleen de Egyptenaren. De plagen zijn verdeeld over twee verschillende Bijbellezingen: — de eerste zeven in de Parsha [2 - De weeklezing in de synagoge] van Va’eira (Exodus 7:19-9:35), en de laatste drie in de Parsha van Bo (Exodus 10:1-12:33). Dat is niet toevallig: De eerste zeven plagen weerspiegelen de Egyptische vervorming van zeven emoties: vertrouwen, hechting, nederigheid, ambitie, mededogen, begrenzing en liefde.
De laatste drie plagen staan voor het grotere bedrog van het brein, van intellectuele mogelijkheden en van de dimensie van het supra-bewustzijn.
Wanneer iemands natuurdriften en gevoelens worden verzwakt, biedt de gezonde objectieve geest hoop op genezing. Maar wanneer die geest zelf ernstig is vervormd, dan is de weg naar herstel een bijna onmenselijke uitdaging. Per plaag probeer ik de symbolische betekenis toe te lichten.[3 - Met dank aan Rabbi Yosef Y. Jacobson wiens artikel Ten Ways to Destroy Your Life” de basis was van deze weergave, toen ik zijn artikel las op http://www.chabad.org. Rabbi Yosef Y. Jacobson is editor of Algemeiner.com, een website van Jewish news and commentary in English and Yiddish. Rabbi Jacobson is ook een populaire en op grote schaal bekende speker voor chassidic onderwijs, en de auteur van de colleges “A Tale of Two Souls.”]

6.1.Water verandert in bloed

De eerste plaag [4 - Exodus 7:14-25]: het water in de rivier de Nijl verandert in bloed.
Omdat de Egyptenaren voor hun landbouw en voeding volledig afhankelijk waren van de rivier, vergoddelijkten zij de Nijl [5 - Shemot Rabbah 9:9.] .
De rivier belichaamde voor hen een fysiek symbool van vertrouwen en veiligheid. Toezien hoe hun vertrouwen in bloed verandert, is een confrontatie met de ware aard van hun vertrouwen. Hun gedrag van mensen overheersen en uitbuiten [6 - Zie Shemot Rabbah 1:34; Targum Yonatan and Rashi to Exodus 2:23] is namelijk een uitingsvorm van destructief vertrouwen. Destructief vertrouwen kenmerkt zowel de levenswijze van de toenmalige Egyptenaren als van de hedendaagse mens in zijn psychologische Egypte. Het is een vervorming van wat vertrouwen in oorsprong kenmerkt: het is constructief, positief en stimuleert iemands spirituele aard en gevoeligheid voor anderen.

Als bij een mens het basisvertrouwen is beschaamd, treedt vervorming op en ontstaat destructief vertrouwen. Destructief vertrouwen is een plaag: het raakt en vergiftigt de meest basale levensbehoefte: water.

6.2.Kikkers

De tweede plaag [7 - Exodus 8:1-15]: Egypte wordt bedolven onder zwermen kikkers. Kikkers zijn koudbloedige amfibische wezens. [8 - Commentaar van Rabbi David Luria (19e-eeuwse rabbi van Bichov, Rusland,) en auteur van Chidushei HaRadal op Midrash Rabbah te Shemot Rabbah 10:2] Sommige vrouwelijke kikkers storten eieren in het water, grondkikkers deponeren ze in koude, vochtige kuilen. [9 - Sommige kikkers plakken hun eieren aan waterplanten; anderen leggen de eieren in vochtig mos, of koppelen deze aan de ledematen of bladeren aan bij het water overhangende bomen.] Joodse mystici noemen het ontbreken van ouderlijke bescherming een emotionele staat van apathie, afstandelijkheid en kilte. [10 - Likkutei Sichot, vol. 1, p. 122] Kikkers symboliseren dus het ontbreken van intimiteit en ouderlijke bescherming en zorg.
Dat veroorzaakt bij kinderen een ontwikkelingsstilstand en het ontstaan van verlammende overlevingsstrategieën. Ze groeien op zonder de mogelijkheid tot emotionele intimiteit met anderen.

Wanneer aan een ‘koude kikker’ wordt gevraagd: ‘Wat is het verschil tussen onwetendheid en apathie?’ is zijn antwoord: ‘Ik weet het niet en het kan me niet schelen.’

6.3.Luizen

De derde plaag [11 - Exodus 8:16-19]: Als Aäron met zijn staf op de grond slaat, dan verandert al het stof in Egypte in luizen. Hier is het thema dienstbaarheid, nederigheid. Gezonde productieve nederigheid is een positief kenmerk van de ziel, het is de basis voor spirituele groei omdat het overgave aan een hogere waarheid, het erkennen van fouten of vergrijpen, en bescheidenheid mogelijk maakt. Een dagelijks Joods gebed [12 - Talmoed, Berachot 17a; zei aan het einde van de Amida (Amida is een van de benamingen voor het hoofdgebed, dat – samen met het Sjema – de kern vormt van het dagelijkse gebed. Het wordt driemaal gezegd: ‘s morgens, ‘s middags en ‘s avonds.) driemaal daags. Zie de expressie van Abraham in Genesis 18:27] en verwoordt de wens tot gezonde nederigheid: ‘Moge mijn ziel zijn als stof’.
Bij de mens die zich door een daad van een ander of door de omstandigheden klein en minderwaardig voelt, krijgt de oorspronkelijk positieve nederigheid een demoraliserende, afstompende destructieve kleur. Deze ‘Egyptische’ nederigheid komt overeen met vernedering, en bevat een sterk element van schaamte. Wie zich vernederd voelt wil het liefst stilletjes wegkruipen of verdwijnen. Een reactie die Adam en Eva ook in het Paradijs al lieten zien.

Rabbi Aaron van Karlin [13 - Aaron Ben Asher of Karlin (1802 – 1872), known as Rabbi Aaron II of Karlin, was een bekende rabbi van de Ḥasidim in Noord-West Rusland.] zegt het zo: ‘depressie is geen zonde; maar wat depressie doet, dat krijgt geen zonde voor elkaar.’

6.4.Steekvliegen

De vierde plaag [14 - Exodus 8:20-32]: zwermen steekvliegen richten zware schade aan. Steekvliegen staan symbool voor de vervorming van ambities. Ambitie op zich is een groot levensgeschenk, het is een motor die aanzet tot grootheid, een mens met ambitie is een mens die het verschil maakt in de wereld. Maar ongeleide, ongebreidelde ambitie verplettert alles wat en iedereen die op zijn pad komt.

6.5.Veepest

De vijfde plaag [15 - Exodus 9:1-7]: een pestepidemie vernietigt de rundveestapel van de Egyptenaren. De pest staat symbool voor sluw mededogen: geraffineerd en misleidend en uit op het profiteren van andermans zwakte voor eigen doeleinden. Dit ‘Egyptische’ mededogen schaadt mensen geruisloos en onopvallend waardoor het sluw, ongemerkt, een epidemische omvang aanneemt. [16 - Yosef Y. Jacobson zegt: Het punt wordt duidelijker wanneer de epidemische pest in contrast staat met de plaag van hagel dat ook het vee van Egypte vernietigt. De enorme stilte, terwijl de hagel wordt met veel lawaai neerstort. (Zohar 2:31b). Het verschil tussen deze twee is verder aangegeven in de Hebreeuwse namen van de twee plagen: dever (epidemie) en barad (hagel). Beide woorden bestaan uit dezelfde drie Hebreeuwse letters. Maar terwijl in ene woord  “ingetogen” zit, is dat in het andere woord niet (Zohar ibid.). Dit alles weerspiegelt het karakter van het sluwe mededogen, van de stiekeme doodt.]

Het oorspronkelijke mededogen is volgens Joodse mystici krachtiger en duurzamer dan liefde. Mededogen is grootser: het omvat de gehele mens, inclusief zijn gebreken [17 - Sefer HaMamaarim 5665, p. 48; Likkutei Sichot, vol. 12, pp. 64-65 en verwijzingen in dat artikel.]; het ziet en accepteert de pijn en behoeften van de ander. [18 - Yosef Y. Jacobson zegt dat het woord “mededogen” komt van het Latijnse ‘com’ en ‘pati’ en betekent: zin om samen te lijden.]

Het spreekwoord zegt niet voor niets: liefde is blind. Liefde in de gebruikelijke betekenis is blind voor de gebreken van de geliefde. Verflauwt of verdwijnt de liefde, dan worden die gebreken (na enige tijd) zichtbaar.

6.6.Zweren

De zesde plaag [19 - Exodus 9:8-12]: hete sintels (as) uit een oven worden in de lucht gegooid, verspreiden zich over het land en veroorzaken bij mens en dier ontstekingen en zweren op de huid. Vuur symboliseert het wreed afwijzen van iets of iemand. [20 - Zie Tanya, hoofdstuk 50; Sefer HaLikkutim Tzemach Tzedek s.v. Eish, en verwijzingen in dat artikel] Een woord of een daad van afwijzing veroorzaakt, net als een brandwond, een intense pijn, verminking en vernietiging. Iemand als mens afwijzen is wreed, het overschrijdt zijn grenzen en beschadigt zijn diepste zelf, wie hij is. Gezonde, positieve afwijzing echter is belangrijk en noodzakelijk om grenzen te stellen en te bewaken. Bijvoorbeeld: het stoppen van destructief gedrag, het verbreken van een ongezonde relatie, het verbieden van de wensen van een verwend kind, het afslaan van een onethisch zakelijk aanbod.

6.7.Hagel

De zevende plaag [21 - Exodus 9:13-35]: een alles vernietigende hagel daalt neer op Egypte. Deze hagel symboliseert zelfzuchtige liefde. Water dat bevriest tot hagel, voedt niet maar verkilt de mens. ‘Egyptische’ liefde is gebaseerd op egoïstische motieven en egocentrische overwegingen, het is een ijzige liefde. Stromend water daarentegen symboliseert een liefde van generositeit en goedertierenheid die de menselijke ziel voedt, verfrist en stimuleert tot energieke beweging. [22 - Talmud, Taanit 7a; Tanya, chapter 4.]

6.8.Sprinkhanen

De achtste plaag [1 - Exodus 10:4-20]: enorme zwermen sprinkhanen vreten alles kaal in Egypte. Deze plaag symboliseert het ‘Egyptisch’ rationalisme. [2 - Zoals koning David verklaart: “het stichten van wijsheid is de angst van G’d” (Psalmen 111:10. Zie de Talmoed, Berachot 17a).]
De intellectuele capaciteiten van de mens stellen hem in staat het leven op aarde te verbeteren, de morele roeping van de mensheid te ontdekken en het heelal te verkennen.
Vervorming van deze capaciteiten leidt tot een beschadigde geest die morele structuren en fundamenten ontwortelt, kwaad rationaliseert en zo een van morele waarden en principes verstoken samenleving achterlaat zoals de zwermen sprinkhanen een dorre bodem achterlaten.

6.9.Duisternis

De negende plaag [3 - Exodus 10:21-29]: een dikke duisternis doordringt Egypte. Deze plaag symboliseert het geremde denkvermogen van de ’Egyptische’ ziel.
De menselijke geest bezit het vermogen om originele nieuwe ideeën te ontwikkelen. De mens die zich bewust is van de beperkingen en grenzen van zijn geest en in staat is zijn intellectuele ego uit te schakelen ervaart een ‘lege’, verlichte geest die open staat voor hogere inzichten. [4 - Tanya, hoofdstukken 3, 18 en 35.] Dat is de voedingsbodem voor het ontstaan van nieuwe originele ideeën.

De arrogante, zelfvoldane ‘Egyptische’ mens ontkent dit vermogen van zijn geest en sluit zich er voor af. Deze beperkte visie belemmert groei en ontplooiing en veroordeelt hem tot duisternis.

6.10. Dood van de Eerstgeborenen

De tiende en laatste plaag [5 - Exodus 11:4-10 en 12:29-30]: de dood van alle eerstgeborenen in Egypte. De eerstgeborene in een gezin symboliseert de eerst gevormde instincten en motieven van een ziel: het supra-bewustzijn. Het is de dimensie die wordt aangeduid als het koninkrijk van de hemelen (christendom), de Tao (taoïsme) en het pleroma (gnostieken). Het is de belangrijkste zielsbestemming.
Hoewel het supra-bewustzijn verborgen en ontoegankelijk is en daardoor moeilijker te beschadigen [6 - Zie Zohar 2:29a; Sefer HaMaamarim 5566 door Rabbi Schneur Zalman of Liadi, pp. 98–99; Sefer HaLikkutim Tzemach Tzedek s.v. Bechor, en de daarbij behorende voetnoten.] kan een levensstijl van bijvoorbeeld verslaving en misbruik deze dimensie van de ziel ernstig vervormen en zelfs vernietigen.

Deze plaag is ‘the final bullet’: hij ontwapent de Egyptenaren tot op zielsniveau en beëindigt zo de vicieuze cirkel van ‘Egyptische’ verslaving en misbruik. Eindelijk wordt het Joodse volk vrijgelaten. Ze gaan op weg om de tien geboden te ontvangen. De tien leefregels die voorkomen dat de plagen van Egypte ook hen ooit zullen treffen. [7 - Rabbi Yosef Y. Jacobson heeft deze gedachten over de tien plagen gebaseerd op de geschriften van Joodse Mystici en Chassidism.Arizal, Shaar HaPesukim, Parshat Va’eira; Siddoer Rabbi Yaakov Emden, Haggada Shel Pesach; Yalkut Reuveni, Parshat Va’eira; Rabbi Eliyahu HaKohen, Minchat Eliyahu, hoofdstuk 24; Rabbi Tzadok HaKohen van Lublin, Pri Tzaddik, Parshat Bo. De psychologische interpretatie van de mogelijkheden van de ziel in hun constructieve en destructieve patronen heeft Rabbi Yosef Jacobson gebaseerd op de geschriften van Chabad Chassidism.]

Stel hier je vraag

Thank you for contacting us, we will contact you soon.

Stuur door

Thank you for contacting us, we will contact you soon.

Bedankt!

Bedankt voor de inschrijving op de nieuwsbrief.

Het ingevoerde e-mailadres is ongeldig.
fout tijdens het inschrijven