Hoofdstuk 2 – Eerste basisprincipes
Bij Mara krijgen de Israëlieten ook de eerste mondelinge leefregels aangereikt.
Joodse mystici, zoals Rashji [6 - Rasji, Hebreeuws acroniem van: Rabbi Sjlomo Jitschaki (1040–1105) was een Franse rabbijn uit de Middeleeuwen, die tot op de dag van vandaag wordt beschouwd als een van de belangwekkendste verklaarders van de Tenach en Talmoed.], zien in deze leefregels drie basisprincipes, die duidelijk maken dat het slavenbestaan voorbij is:
- Sloof niet alle dagen als een slaaf maar verhef je werk tot dienst aan G’d. Onthoud je dan één dag in de week, de Shabbat, van werk.
- De Rode Koe leert de mens zich te reinigen na het aanraken van een dood lichaam. En leert zo hoe te herstellen van de aanraking met de dood. De mens die dit integreert in zijn levensvisie, kan herstellen en genezen van wat dan ook.
- Voorschriften voor het onderhouden en reguleren van relaties met anderen. Deze regels vormen de fundering van de sociale heling, die hand in hand dient te gaan met individuele heling.
Rabbijn Evers zegt dat de eenvoudige betekenis eigenlijk is: ‘Ik onderwijs u de Thora en de geboden, opdat u van die ziekten verschoond zult blijven gelijk een arts die tot iemand zegt: ‘Eet die en die zaak niet, opdat u er niet ziek van zult worden.’
Zo wordt in Spreuken 3:8 [7 - Spreuken 3:5 Vertrouw op de HEER met heel je hart, steun niet op eigen inzicht. 6 Denk aan hem bij alles wat je doet, dan baant hij voor jou de weg. 7 Wees niet eigenzinnig, maar heb ontzag voor de HEER en ga het kwaad uit de weg. 8 Het zal je sterken als een medicijn, het verkwikt je lichaam. Uit: De Nieuwe Bijbelvertaling © 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap] gezegd: ‘Het opvolgen van deze leefregels van G’d zal genezing geven aan uw lichaam, daar G’d onze Schepper is, kent Hij het beste dieet voor onze fysieke en spirituele gezondheid. Als Arts leert Hij ons ziekten te voorkomen, door ons de Thora te leren, die ons leven en lengte van dagen is.’ [8 - Rabbijn Evers, Parasja 20 Besjallach (Sjemot /Sjemot [Exodus] 13:17 – 17:16) 22 januari ’05 / 12 sjewat ’65 – See more at: http://www.nik.nl/]
Door eindeloos herhalen slijten de drie mondelinge basisprincipes langzaam in bij de mens en zorgen zo voor heling.
2.1. Elim – 12 waterbronnen en 70 palmbomen
Na een stroom van wonderen en liederen, komen de Israëlieten aan bij de oase Elim. Ze kamperen er bij twaalf waterbronnen en zeventig palmbomen. [9 - Sjemot [Exodus] 15:27 Uit: De Nieuwe Bijbelvertaling © 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap]
Voor het eerst na de vlucht uit de slavernij en de zware zwerftocht door de woestijn, krijgen ze de gelegenheid om geestelijk en lichamelijk te herstellen.
Uit de aanwezigheid van twaalf bronnen en zeventig palmbomen trekt het theologische standaardwerk de Mechilta de conclusie dat het water er allesbehalve bitter is, maar zoet en voldoende voor 600.000 mensen.
Volgens rabbi Rasji [10 - Shlomo Jitschaki (1040-1105) is algemeen bekend onder het acroniem Rasji (Rabbi Shlomo Jitschaki). Hij was een middeleeuwse Franse rabbijn en auteur van een uitgebreid commentaar op
de Talmoed en op de Tenach. Hij wordt geprezen om zijn vermogen de fundamentele betekenis van de teksten in een beknopte en heldere manier uiteen te zetten. Rashi beroept zich zowel opgeleerden als op beginnende studenten. Zijn werken blijven een middelpunt van hedendaagse
joodse studie.] verwijzen de twaalf bronnen naar en ondersteunen ze de identiteit van, de twaalf stammen waaruit het volk bestond en verwijzen de zeventig palmbomen naar de zeventig oudsten die hier de gelegenheid krijgen om zich te ontwikkelen.
De koele bries in de schaduw van de palmbomen blaast de Israëlieten nieuw leven, dat wil zeggen: het woord van G’d, in (zo duidt Rabbi David Kasher [11 - WATER, WATER EVERYWHERE – Parshat Beshalach. 9 januari 2014, http://parshanut.com/] deze fase). Het water voedt en sterkt hen.
De Thora ziet het water als een metafoor: zonder water, dat wil zeggen zonder de woorden van de Thora, droogt de mens uit en sterft.
Soms blaast de Thora de geest schoon, groots, machtig, angstaanjagend en inspirerend tegelijk. Op andere momenten fluistert de Thora subtiele ingewikkelde woorden die de hersenen kietelen, of de ziel kalmeren.
In de oase komen de Israëlieten op krachten voor het vervolg van hun reis door de woestijn. Ze krijgen hier de kans om stil te staan bij en te reflecteren op de stormachtige ontwikkelingen die ze sinds de Sjemot hebben doorgemaakt:
- Zij zetten de eerste stap in de richting van heling en heiliging.
- Zij ontvingen rituelen om tijdens het feest van Pasen het verhaal van hun Sjemot en doortocht door te geven aan hun kinderen.
- Zij deden hun eerste ervaringen op met de machtige hand van G’d.
- Zij leerden dat hun relatie met G’d van elke dag is én eeuwig is.
- Zij leerden de impact van hun geschiedenis: De cirkel wordt rond: waar hun voorvaderen door hongersnood uit Kanaän naar Egypte trokken, reizen zij na zware slavernij nu terug, van Egypte naar Kanaän.
Al deze lessen bij elkaar hebben hen niet alleen geleerd dat G’d doet wat Hij belooft, maar het heeft hen ook voorbereid op een volgende, grote les, die van het Manna. [12 - 1998 by Rabbi Yitzchak Etshalom, is Educational Coordinator of the Jewish Studies Institute of the Yeshiva of Los Angeles, www.Torahh.org]
Het verblijf in de oase Elim leert hoe G’d de mens ziet. Het leert de mens opkijken in de ogen van een G’d die zich Vaderlijk laat kennen. Het doet mij denken aan delen uit een op internet circulerende brief [13 - Father’s Love Letter van Father Heart Communications Copyright 2001-2008 vertaald door Bart De Krijger en in zijn geheel te lezen op www.FathersLoveLetter.com], bestaande uit Bijbelteksten:
‘Mijn kind,
Je kent mij misschien niet, maar Ik weet alles over je. (Psalm 139:1)
Ik weet het wanneer je zit en wanneer je weer opstaat. (Psalm 139:2)
Alles wat je doet is bij mij bekend. (Psalm 139:3)
Zelfs de haren op je hoofd zijn geteld. (Mattheüs 10:29-31)
Want je bent gemaakt naar Mijn evenbeeld. (Genesis 1:27)
In Mij leef je, beweeg je en is je bestaan. (Handelingen 17:28)
Je bent uit Mij voortgekomen. (Handelingen 17:28)
Voordat je verwekt werd, kende Ik je al. (Jeremia 1:5)
Nog voordat Ik de wereld maakte, koos Ik je al uit. (Efeziërs 1:4)
Je bent geen vergissing. (Psalm 139:15)
Elke dag van je leven stond al opgeschreven in Mijn boek. (Psalm 139:16)
Ik bepaalde je geboorte en waar je zou leven. (Handelingen 17:26)
Je bent prachtig gemaakt.(Psalm 139:14)
Ik heb je gemaakt in de buik van je moeder. (Psalm 139:13)
Ik verwelkomde je op de dag dat je geboren werd. (Psalm 71:6)
Mensen die Mij niet kenden hebben geprobeerd Mij te vertegenwoordigen. (Johannes 8:41-44)
Ik ben niet ver weg en kwaad, want Ik ben de volmaakte liefde. (1 Johannes 4:16)
Mijn verlangen is om je te overladen met Mijn liefde. (1 Johannes 3:1)
Gewoon omdat Ik je Vader ben en jij Mijn kind bent. (1 Johannes 3:1)
Ik geef je veel meer dan een aardse vader zou kunnen. (Mattheüs 7:11)
Want Ik ben de perfecte vader. (Mattheüs 5:48)
Al het goede dat je ontvangt komt uit Mijn hand. (Jacobus 1:17)
Ik geef je wat je nodig hebt. (Mattheüs 6:31-33)
Mijn plan voor jouw toekomst is altijd vol hoop geweest. (Jeremia 29:11)
Want Ik hou van je met een eeuwigdurende liefde. (Jeremia 31:3)
Ik denk ontelbaar veel aan je. (Psalm 139:17-18)
En Ik zing een lied van blijdschap over je (Zefanja 3:17)
Ik zal niet stoppen met het goede voor je te doen. (Jeremia 32:40)
Want je bent Mijn kostbare bezit. (Exodus 19:5)
Met Mijn hele hart en ziel verlang Ik er naar om je te bevestigen. (Jeremia 32:41)
En Ik wil je grote en verbazingwekkende dingen laten zien. (Jeremia 33:3)
Als je Mij met je hele hart zoekt, zal je Mij vinden. (Deuteronomium 4:29)
Verheug je in Mij en Ik zal je al de verlangens van je hart geven. (Psalm 37:4)
Want Ik heb die verlangens in je gelegd. (Filippenzen 2:13)
Ik kan oneindig veel meer voor je doen dan dat je ooit kunt beseffen. (Efeziërs 3:20)
Ik ben diegene die je het meest aanmoedigt. (2 Thessalonicenzen 2:16-17)
En Ik ben ook de Vader die je troost in al je verdriet. (2 Corinthiërs 1:3-4)
Als je terneergeslagen bent, ben Ik dicht bij je. (Psalm 34:19)
Zoals een herder een lam draagt, zo heb Ik je dicht bij Mijn hart gedragen. (Jesaja 40:11)
Op een dag zal Ik elke traan van je ogen afwissen. (Openbaring 21:3-4)
En Ik zal alle pijn die je op deze wereld hebt geleden, wegnemen. (Openbaring 21:3-4)
Ik ben je Vader en Ik hou net zoveel van jou. (Johannes 17:23)
Want in Yeshua heb Ik Mijn liefde voor jou laten zien. (Johannes 17:26)
Hij is het exacte evenbeeld van Mij. (Israëlieten 1:3)
Hij kwam om te laten zien dat Ik aan jouw kant, en niet tegenover je, sta. (Romeinen 8:31)
En je te vertellen dat Ik niet meer naar je zonden kijk. (2 Corinthiërs 5:18-19)
Ik gaf alles op waar Ik van hield, zodat Ik misschien jouw liefde zou winnen. (Romeinen 8:31-32)
En niets zal je ooit nog scheiden van Mijn liefde. (Romeinen 8:38-39)
Kom thuis en Ik geef het grootste feest dat je ooit beleefd hebt. (Lucas 15:7)
Ik ben altijd Vader geweest en Ik zal altijd Vader blijven. (Efeziërs 3:14-15)
Mijn vraag is Wil je Mijn kind zijn? (Johannes 1:12-13)
Ik wacht op je. (Lucas 15:11-32)
je Vader, Almachtig G’d’
Deze brief roept tegenstrijdige reacties op. Ik ervaar hem als helend. Bij anderen roept hij aversie op, vaak ingegeven door bij het niemandsland van de woestijn behorende frustraties. Dan confronteert hij je namelijk met een vader die totaal niet lijkt op je eigen vader. Die je uitnodigt om
Hem te leren kennen. De ervaring van een Vader die je verzorgt, kan nieuw en verbijsterend zijn en je doen terugvallen in oud gedrag: als slachtoffer dat niet krijgt wat het wil en gewend is. Als vervolger omdat Hij onbetrouwbaar lijkt. Zo confronteert dit niemandsland met oude gewoonten en oude verwachtingen. Met slavengedrag. De woestijnervaringen leren om met een andere blik (de COAL-houding) te kijken naar en open te staan voor een vader als deze.
2.2. Manna
De Israëlieten trekken verder en bereiken de woestijn Zin, een plaats zonder voedsel. [1 - Sjemot [Exodus] 16:1-27] Moe en hongerig protesteren ze hier fel tegen bij Moshe en Aäron.
‘Had de HEER ons maar laten sterven in Egypte, daar waren de vleespotten tenminste gevuld en hadden we volop brood te eten. U hebt ons alleen maar naar de woestijn gebracht om ons hier allemaal van honger te laten omkomen.’ [2 - Sjemot [Exodus] 16:03 Uit: De Nieuwe Bijbelvertaling © 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap]
Dan belooft G’d hen zelf te voeden: deze avond met vlees en vanaf de volgende dag zal het elke dag Manna regenen. Maar, daar zijn twee belangrijke voorwaarden aan verbonden:
- Ze mogen niet meer manna nemen dan nodig is per persoon per dag.
- Op vrijdag mogen ze die hoeveelheid verdubbelen omdat er op de Shabbat niets zal zijn. [3 - http://www.chabad.org/library/article_cdo/aid/246633/jewish/Food-in-the-Desert.htm]
Duiders zoals Rabbi Lazer Gurkow [4 - Rabbi Lazer Gurkow is geestelijk leider van Congregation Beth Tefilah in London, Ontario, en een frequente medewerker aan The jodendom Website-Chabad.org. Hij heeft veel lezingen gegeven over een verscheidenheid aan Joodse onderwerpen, en zijn artikelen zijn verschenen in vele boeken en online publicaties. Voor meer informatie over Rabbi Gurkow en zijn geschriften, kijk op: InnerStream.ca], Rabbi Yaaqov Medan [5 - Megadiem 17:61-90], Rabbi Naftali Silberberg, Rabbi Elisha Greenbaum en Rabbi Menachem Schneerson Mendel ontrafelden de diepere betekenis en de
verstrekkende implicaties voor de mens van deze voorwaarden.
- Vertrouwt de mens zichzelf toe aan G ‘d en aan G’ds genade en kan hij er op vertrouwen dat Hij vandaag zorgt en ook morgen zal zorgen, elke dag opnieuw? [6 - Likutei Sichot, vol. 16, pp. 174-175. – Likutei Sichos “Verzameld gesprekken,” is een anthologie van essays door Rabbi Menachem Schneerson Mendel, de zevende Rebbe van de Chabad-Lubavitch chassidische beweging. Likutei Sichos bestrijkt een scala van onderwerpen met inbegrip van ideeën in de Joodse filosofie en theologie, Bijbelse en Talmoedische commentaar op bijbelse, kabbalistische exposities, morele en praktische richtlijnen en vooruitzichten op gebeurtenissen in de wereld. De essays warden samengesteld uit de openbare gesprekken van rabbijn Schneerson die werden getranscribeerd en in hoeveelheden van meer dan drie dozijn, voor de wekelijks Torah gedeelte en speciale gelegenheden in de Joodse en chassidische kalender samengesteld.] Elke avond, veertig jaar
lang, zes dagen per week, moeten de Israëlieten gaan slapen in de wetenschap dat het restant van het Manna van vandaag morgen beschimmeld zal zijn en in het vertrouwen dat er voldoende nieuw Manna zal zijn. Als dat geen training in vertrouwen is!Noot: Voor mij betekent genade: hoe G’d zich vanuit liefde, zonder tegenzin en voorwaarden, naar mij toekeert, daarbij door mijn tegenstand heen brekend. Zijn Genade stoort mij in mijn denken en doen en doet mij zo mijzelf onder ogen komen.
- Beschikt de mens, dan en daar een in de woestijn zwervende slaaf, over voldoende zelfbeheersing om zich uit de overvloed niet meer toe te eigenen dan zijn dagelijkse deel?
Betracht hij daarbij voldoende zorg voor zijn naaste? Het wonder van het Manna test de bereidheid van de mens om zowel verantwoordelijkheid te dragen voor zichzelf als ook respect en zorg te tonen voor de ander. - Alle porties zijn even groot. Daarmee benadrukt G’d dat Hij vele soorten mensen creëerde.
Ieder bezit de G’ddelijke ziel, elk in zijn eigen uitingsvorm, dat maakt hem geschikt om Zijn missie in de wereld uit te voeren. Wat mensen delen, wat hen met elkaar verbindt, is de identieke kern van die ziel. Daaruit ontstaan gedeelde eigenschappen, zoals geloof en onvoorwaardelijk vertrouwen in G’d. - Zelf leer ik nog een les uit de identieke porties: Ik mag erop vertrouwen dat ik precies krijg wat goed voor mij is. Want een omer [7 - Honderd omer is daar tien efa, en tien efa één chomer of ezelslast. De chomer zelf was oorspronkelijk het gewicht dat een ezel kan dragen. Als we ervan uitgaan dat een ezel maximaal 90 kilo kan dragen, kan de chomer ruwweg 100 -200 liter bevatten. Het grote verschil in maat hangt samen met het soortelijk gewicht van een bepaalde last. Bijgevolg omvat de efa dan 10-20 liter en de omer 1-2 liter.] is een tiende efa.[8 - Sjemot [Exodus] 16:36] Iedereen krijgt eenzelfde portie Manna. Het wonderlijke is dat die portie de mens met een grote voedingsbehoefte in gelijke mate verzadigt als de mens die fysiek minder nodig heeft. [9 - Sjemot [Exodus] 16:16 en 17]
- Het wonder van het Manna illustreert de spirituele handeling die eten is. Het vandaag ‘natuurlijk’ geteelde en geproduceerde brood is een even groot wonder als het brood dat toen uit de hemel viel. Het dient daarom met dezelfde verwondering, eerbied en
dankbaarheid begroet en behandeld te worden als destijds het Manna. Wetend dat G’d de ultieme bron van zegen is, en erop vertrouwend dat Hij voorziet in zijn dagelijkse behoeften, kan de mens elke dag werken en voldoende voedsel vergaren. Voedsel, de bron van alle leven en een manier om leven en liefde toe te voegen aan elke handeling. Dit respect ten
opzichte van voedsel maakt eten, net als gebed, tot een daad van heiligheid. [10 - Rabbi Elisha Greenbaum is spiritueel leider van de Moorabbin Hebrew Congregation en co-directeur van L’Chaim Chabad in Moorabbin, Victoria, Australia.] - Het Manna bereidt de Israëlieten voor op hun aankomst in Kanaän. Het leert hen dat hun
levensonderhoud uit de hemel komt, al is het mede de vrucht van hun eigen verzamelarbeid.
Het is een geschenk van G’d. Een Rabbi zegt: G’d had hun afhankelijkheid van voedsel kunnen verminderen door hun honger weg te nemen. Dan was het Manna niet meer geweest dan een incidenteel wonderlijk fenomeen, nauwelijks relevant in hun dagelijkse bestaan.
Maar hun honger bleef en ze moesten het Manna zelf verzamelen. Alleen zo leerden ze dat menselijke inspanning en G’ddelijke weldadigheid hand in hand gaan. [11 - Likutei Sichot, vol. 16, pp. 177-178.] - Een integraal onderdeel van G’ds lessen aan de Israëlieten zijn de regels voor de Shabbat die
ze krijgen. Voor het eerst krijgen ze de opdracht zich op de Shabbat van bepaalde creatieve
activiteiten te onthouden. Ze tonen hun vertrouwen in Hem door, net als Hij, te rusten op de
zevende dag van de schepping. Zo maken deze regels hen tot Zijn partners in deze wereld. [12 - 1998 door Rabbi Yitzchak Etshalom. Hij is Educational Coordinator van het Jewish Studies Institute of the Yeshiva te Los Angeles, www.Torahh.org] Tot op de dag van vandaag gedenken de Joden deze belangrijke les. Ze maken een feest van hun Shabbatmaaltijd, of, zoals de Kabbalist het noemt: ‘de wereld van verrukking’. [13 - door Dr. Tali Loewenthal, directeur van de Chabad Research Unit, te Londen en een frequente medewerker aan de wekelijkse Thoralezing sectie Chabad.org; gebaseerd op de leer van de Lubavitcher Rebbe.]
Deze grootse Manna-ervaring, deze ingrijpende oefening in vertrouwen en geloof, zou 40 jaar lang inslijten bij de Israëlieten en vervolgens van generatie op generatie worden doorgegeven.
Tot op de dag van vandaag mag de mens op G’d vertrouwen, ongeacht de inhoud van zijn koelkast of het saldo van zijn bankrekening. [14 - Rabbi Naftali Silberberg is een schrijver, redacteur, en directeur van het curriculum van dienst van het Rohr joodse Learning Institute. Rabbi Silberberg woont in Brooklyn, NY.]
2.3. Kwartels
Het Manna staat symbool voor de exoterische [15 - algemeen begrijpelijk] (publieke) dimensie van de Thora: de wetten en de regels. Ieder ontvangt een gelijke portie van het Manna omdat deze wetten en regels voor iedereen in gelijke mate gelden.
Het is Sabbatmiddag als voor de eerste keer enorme zwermen kwartels neerstrijken in het kamp van de Israëlieten.
Kwartelvlees bevat oliën en vetten die symbool staan voor de esoterische, alleen voor ingewijden toegankelijke, dimensie van de Thora en daarmee voor het geestelijke leven van de menselijke ziel.
Omdat ieder mens een eigen en uniek spiritueel vermogen bezit, mag ieder, in tegenstelling tot de uniforme Mannaporties, van de kwartels nemen wat nodig is voor zijn persoonlijke spirituele behoefte.
Een prachtige symboliek tekent zich hier af:
De Israëlieten bezitten vee, meegenomen uit Egypte. Dat vlees staat voor een basale denkwijze die vooral focust op het vervullen van materiële behoeften, te vergelijken met de exoterische (publieke) dimensie van de Thora. Als ze G’d vragen om meer van dit hen vertrouwde vlees, berispt G’d hen:
- Een gevarieerd menu zonder of met weinig vlees schaadt de gezondheid niet.
- Het meegenomen vee voorziet hen in voldoende mate van wat nodig is voor hun basale denkwijze.
Tot nu toe hadden zij geen ‘tools’ nodig voor de esoterische dimensie: zij waren immers directe getuigen van de grote wonderen van de Sjemot. En G’d zelf legde hen, via Moshe, de Thora uit. - Daarom weigert G’d hen meer van hetzelfde vlees te geven.
G’d acht het volk nu echter toe aan de volgende stap in hun ontwikkeling: kennis maken met de esoterische dimensie van de Thora. Hun basale denkwijze is daarvoor echter ontoereikend: die leidt tot simplificeren en verkeerd begrijpen van de spirituele lessen, waardoor de diepere spirituele lagen en betekenissen en de verstrekkende implicaties hen ontgaan.
Daarom voorziet G’d hen vanaf nu van het verfijndere, beter verteerbare kwartelvlees. Hij biedt hen zo de tools om de esoterische dimensie van de Thora ten volle te begrijpen, op de juiste waarde te schatten en op de goede manier toe te passen.
Overigens: omdat de Sabbat wordt gewijd aan het geestelijke leven, is er op die dag geen Manna.
Wel strijken er verse kwartels neer.
Naarmate de tijd verstrijkt en de herinneringen aan de Sjemot vervagen, neemt de behoefte aan voeding die de menselijke geest versterkt, aan ‘vetzuren van kwartelvlees’, toe.
Daarom ontvangen de generaties na de Sjemotreizigers [16 - Likutei Sichot, vol. 16, pp. 168-171.], gaandeweg meer en meer van die voeding: expliciete onthullingen van de esoterische dimensie van de Thora.