logo
|Emmaüs Exodus

Hoofdstuk 1 – Bij de Sinaï


1.1. De voorbereidingen

Manna, kwartels, zoet water, de wijkende Schelfzee, de overwinning op de Amalekieten, bij elk volgend wonder groeide het besef bij de Israëlieten hoezeer G’d hen beschermde. Hun vertrouwen in hem groeide.
Op de eerste dag van de derde maand (genaamd Rosh Chodesj sivan) na de Sjemot uit Egypte bereiken ze de Sinaïwoestijn. Ze zetten hun tenten op en dan beklimt Moshe de berg.
Daar praat G’d met hem. Op en neer lopend brengt hij daarna verslag uit aan het volk van wat G’d tegen hem zegt:
G’d vindt hen bijzonder en wil zich door hen laten kennen. Ter voorbereiding daar op dienen ze zichzelf drie dagen te heiligen, door hun lichaam en hun kleren te wassen.

Kleren zeggen iets over de mens die ze draagt, over zijn gedachten, woorden, daden, zijn ziel. Zijn kleren verbinden hem met de buitenwereld.
De mate waarin hij zichzelf en zijn kleren reinigt van bijvoorbeeld negatieve gedachten en meningen, kan onthullend en confronterend zijn:

  • Het toont de mate waarin G’d de mens kan ontmoeten; 
  • Het toont de mate waarin de mens zich wil laten kennen; 
  • Het onthult de existentiële angst van de mens voor leegte en zinloosheid: ‘Wat als ik mijn kleren was, en er blijkt niets onder te zitten?’

 

1.2. Rituelen

De Hebreeën ervaren opnieuw, net als bij de Sederrituelen voorafgaand aan hun vertrek uit Egypte, het belang van het uitvoeren van rituelen:

  • Rituelen benadrukken belangrijke momenten. Het wassen en reinigen van lichaam en kleding is van betekenis, hoewel ze dat nog niet weten, ter voorbereiding op een cruciaal moment: met het krijgen van de leefregels zullen ze hun eigen identiteit ontvangen;
  • Rituelen dwingen de mens om zich te focussen;
  • ‘Rituelen brengen orde in de chaos van de menselijke ziel’, zoals Anselm Grün het beschrijft. [1 - Anselm Grün,, ‘Rituelen voor lichaam en ziel‘, Lannoo, Tielt, Ten Have, Kampen, 2005, 140 pagina’s, ISBN 9059950097, p. 89];
  • Omdat rituelen concrete handelingen zijn, brengen ze de mens in contact met zichzelf. Hij doet het ritueel, voelt zichzelf in het ritueel, hij ís het ritueel;
  • Rituelen bereiden voor op en maken klaar maken voor een cruciale gebeurtenis, ze stimuleren het innerlijk van de mens om zich te openen voor wat komt;
  • Rituelen scheppen verwachtingen, ze voeren de spanning op. Zoals een bruid zich kleedt voor haar grote dag, zo zal hier het volk G’d ontmoeten: hij zegt dat hij op de derde dag voor de ogen van het volk zal neerdalen op de berg. [2 - Sjemot [Exodus] 19:11];
  • Rituelen markeren een overgang. Ze markeren een punt in de tijd, waarna iets wezenlijks onomkeerbaar veranderd zal zijn.

De rituelen bij de berg markeren drie ingrijpende, existentiële gebeurtenissen: 

  • Door het ontvangen van de leefregels wordt de mens losgeweekt van zijn slavenbestaan en krijgt hij een eigen identiteit als volwaardig, uniek mens; 
  • Bij het bouwen van de tabernakel worden zijn gaven en talenten onthuld en aangesproken; 
  • De mens krijg een eigen plaats in de context van zijn familie en van zijn geslacht en wordt zo opgenomen in een groter geheel. Er is een leegte zichtbaar als hij zijn plaats niet inneemt. [3 - Bemidbar [Numeri] 3]

 

1.3. De tien leefregels

Aan het begin van de derde dag hangen donkere wolken boven de berg Sinaï. Het geluid van donder en bliksem klinkt, vergezeld van het langzaam aanzwellende geluid van de sjofar (een in de joodse eredienst gebruikte hoorn).
Moshe leidt het volk naar de met rook bedekte voet van de berg. Dan daalt G’d vanuit de duisternis neer in een vuur op de bergtop en spreekt de tien leefregels uit.
Een ontzagwekkende ervaring voor de Israëlieten. Moshe zegt hen niet bang te zijn, G’d roept ontzag in hen op zodat ze niet meer zondigen. G’d geeft Mosje twee stenen tafelen met daarop de decaloog: de tien leefregels. Veertig dagen en nachten blijft Moshe op de berg waar hem de leefregels worden uitgelegd.

A. ‘Toen sprak G’d deze woorden.’
Volgens een Joodse verklaring gebruikt G’d het woord ‘spreken’ ook bij de schepping. Zijn spreken is als een aanraking, zoals prachtig verbeeld door Michelangelo in ‘De schepping van Adam’, de schildering op het gewelf van de Sixtijnse kapel in Vaticaanstad [4 - De schepping van Adam is een onderdeel van het fresco op het gewelf van de Sixtijnse Kapel in Vaticaanstad geschilderd door Michelangelo rond 1511 Het werk is de uitbeelding van het Bijbels verhaal uit het boek Genesis waarin God de Vader leven blaast in Adam. Van de fresco’s naar Genesis in de Sixtijnse Kapel is het chronologisch in het verhaal de vierde afbeelding. Michelangelo werkte deze fresco als een van de laatsten in de reeks af. Het werk meet 4,8 op 2,3 meter.].

SCHILDERIJ MICHELANGELO 

Joodse mystici zien in dit aanraken het verlangen van G’d om gekend te worden door en een wederzijdse verbinding aan te gaan met de mens. Daarom heeft hij de mens gered van het kwaad in Egypte. [5 - Gebaseerd op het onderwijs van Lubavitcher Rebbe, zoals uitgewerkt door Rabbi Elisha Greenbaum, spiritueel leider van de Moorabbin Hebrew Congregation en co-director van L’Chaim Chabad in Moorabbin, Victoria, Australia]

In den beginne bracht G’d orde in de chaos van de schepping, met het geven van de tien leefregels brengt hij orde in het leven van de Israëlieten. Deze leefregels bieden bemoediging en houvast in de vorm van praktische handvatten die uitgaan van het logische verband tussen oorzaak en gevolg.
Ze bieden de mens het kader voor vrijheid, evenwicht en liefde en helpen hem gelijkwaardig en respectvol met zichzelf en met zijn naasten om te gaan. Niet voor niets spreekt David in de Tehillim over de vreugde van de wet.
De leefregels focussen niet op straf en boete en zijn daardoor de natuurlijke tegenpolen van de tien plagen in Egypte.
De mens die deze leefregels verwaarloost, zal vroeg of laat weer plagen op zijn weg vinden.

B. Timing
In Egypte is de mens niet in staat om de leefregels in hun context te zien en ze op hun juiste waarde te schatten. Hij zou zich afzetten tegen de regels of ze gebruiken als middel om zichzelf en zijn naasten te manipuleren.
Het getuigt van een perfecte timing dat de mens de leefregels nu, na de moeizame start van zijn woestijnreis, bij de berg Sinaï ontvangt.

Vroeger beschouwde ik de tien leefregels als varianten van ouderlijke verboden en vermaningen, zoals: eet je bord leeg anders krijg je geen toetje; zit stil (b.v. in de kerk) anders moet je thuis een half uur op de strafstoel; als je geen goede cijfers haalt op school, mag je niet bij je vriendin logeren. Jaren later ging ik begrijpen dat je een kind beter op een positievere manier kunt beschermen en verantwoordelijkheid kan aanleren: als je niet eet, krijg je straks honger en dat is lastig bij wat je gaat doen. Precies dat beoogde G’d toen hij de mens de leefregels gaf.

Maarten den Dulk [6 - Dr. M. den Dulk (1941) was, na zijn studie aan de Universiteit van Amsterdam, hervormd predikant in Wormer, Londen en Bergen (NH) en werkte vanaf 1980 als rector van het hervormd seminarie Hyde park. Hij was van 1991 tot 2001 als hoogleraar praktische theologie verbonden aan de Kerkelijke Opleiding te Leiden. Hij promoveerde in 1987 op een studie over de heiligingsleer van Karl Barth. Publicaties op het gebied van de praktische theologie: – Heren van de praxis, – Karl Barth en de praktische theologie (Meinema, Zoetermeer 1996), -Vijf kansen. Een theologie die begint bij Mozes (Meinema Zoetermeer 1998)] bezit een bijzondere visie op de leefregels. Volgens hem bestaan ze uit drie delen die hoewel nauw verbonden, elk in een verschillende richting wijzen en gezamenlijk de structuur van een beker bezitten [7 - Maarten den Dulk, Vijf kansen, een theologie die begint bij Mozes, Meinema, Zoetermeer, 2de druk, 1999, 240 pagina’s, ISBN 978021137094, p. 82]:

TEKENING BEKER

Stel hier je vraag

Thank you for contacting us, we will contact you soon.

Stuur door

Thank you for contacting us, we will contact you soon.

Bedankt!

Bedankt voor de inschrijving op de nieuwsbrief.

Het ingevoerde e-mailadres is ongeldig.
fout tijdens het inschrijven